Arthur gelooft in de verhalende kant van sport. Als schrijver, theatermaker en als creatief producent zoekt hij naar de juiste vorm om een dramatisch interessant en gelaagd verhaal te vertellen. Hij schijnt zijn licht over de sporttak van het bedrijf.
Wat is voor jou het verschil tussen een verhaal uitwerken in een boek of een film?
‘Het grote verschil is hoe je het verhaal vertelt. Bij een boek gebruik je woorden, bij een film vertel je het verhaal met beelden. Een belangrijke overeenkomst is denken in scenes. Zogenaamde ‘pratende hoofden’ een verhaal te laten vertellen is niet wat ik nastreef. Het mooie van films is natuurlijk het teamwork: iedereen heeft zijn eigen rol en iedereen is even onmisbaar voor het eindresultaat.
Een goed voorbeeld zijn de animaties in Het Beest van Amsterdam: een film van Vuk Janic over de door een oorlogstrauma getroebleerde Jon Bluming. Samen met een striptekenaar en visueel ontwerper probeerden wij de worsteling in zijn hoofd te verbeelden. Met tien korte animatiefilmpjes viel de film in de juiste plooi. Als zoiets lukt geeft dat veel voldoening.’
Wanneer weet je dat iets goed wordt?
‘Dat blijkt altijd pas tijdens het proces. Maar soms weet je van tevoren: dit wordt historisch. Een film over Louis van Gaal met zijn volledige medewerking: dat kan niet misgaan. Een ander voorbeeld was de docu over het Nederlandse vrouwenelftal. We zouden het team volgen gedurende het WK in Australië en Nieuw-Zeeland in 2023. Alle partijen - speelsters, technische staf, een omroep, het filmfonds - waren enthousiast. Deze film had alles in zich om een klassieker te worden.
Ineens besloot de voetbalbond om het niet te doen. Een gemiste kans, zo bleek later. In plaats van een film schreef ik een lang verhaal voor Hard Gras. In september, tijdens de eindbespreking van het WK, las de bondscoach Andries Jonker een passage voor aan zijn selectie: meerdere speelsters kregen tranen in hun ogen. Als het lukt een sportverhaal goed te vertellen raak je mensen diep in hun ziel. Voor Doxy streef ik dergelijke producties na. Gelukkig liggen er veel sportverhalen geduldig te wachten om verteld te worden.’
Welke films hielp je realiseren?
‘Voor de film Becoming Zlatan, een Zweedse productie, deed ik de research voor het Nederlandse deel. Bij Tussen vis en staal, een film over voetbalclub Telstar, deed ik de research en was ik regieassistent. Ook vervulde ik verschillende rollen bij Louis, de succesvolle film over voetbalcoach Louis van Gaal. Het Beest van Amsterdam gaat over vechtsport-legende Jon Bluming (1933-2018), wiens leven vanaf zijn jeugd in het teken staat van geweld. Het vechten in de Korea-oorlog, waarin hij meerdere keren gewond raakt en kameraden ziet sneuvelen, heeft grote impact.
Deze traumatiserende periode van geweld wil hij bezweren met vechtsporten. Vanaf de jaren zestig groeit hij uit tot een grootmeester in Japanse vechtsporten. Hij wordt een levende legende in de karatesport en bedenkt Freefight. De vechtsportwereld kijkt naar hem op, maar tot aan zijn dood worstelt hij met zijn oorlogstrauma. Het geweld van de vechtsport heeft het geweld in zijn hoofd niet kunnen verslaan. Het resultaat was verbluffend mooi. Film is zo’n ontzettend rijk en prachtig medium.’